RANGE AEX 29 AUGUSTUS

Maandrange: 314,17 - 338,12
Weekrange: 287,96  - 273,23
Dagrange: 268,96 - 277,51

Vers terug van vakantie, maar nog verre van ingewerkt (stapels kranten om te beginnen, vervelend als je het soort mens bent dat die eigenlijk allemaal op zijn minst wil scannen), meteen een lange termijn analyse van de AEX. Nog niet de werkelijk lange termijn, dat wil zeggen de beschouwing over de laatste eeuwen, maar eerst eens vanaf 1987, wel
met in het achterhoofd wat daaraan vooraf is gegaan.

WANNEER IS EEN TREND OMHOOG OF OMLAAG?

De moeilijkste vraag bij beurshandel is: hoe kunnen we simpel vaststellen wanneer een trend omhoog of omlaag is?

Als deze vraag eenvoudig was, zou niemand geld hoeven verliezen op de beurs. Maar de vraag is helaas niet goed te beantwoorden.

Het eenvoudige antwoord is altijd: de beurs is in een stijgende trend wanneer er een proces is van hogere toppen en hogere bodems, en omgekeerd is de beurs dalend wanneer er een proces zichtbaar is van lagere toppen en lagere bodems. Dat is prima en het klopt, maar niemand kan weten of een hogere top ook gevolgd zal worden door een hogere bodem, et cetera.

Dus de uitspraak is juist, de handelaar kan er alleen niets mee.

Ik heb daarom zelf voor deze analyse de aanname gedaan, dat ik beter naar de eerste impulsachtige beweging kan kijken. Met impulsachtig wordt bedoeld, dat een trend pas werkelijk er een kan worden voor een langere termijn, wanneer we niet twee, maar drie trendmatige fases kunnen herkennen. Die trendmatige fases worden onderbroken door twee countertrends.

Als we de derde trendmatige fase duidelijk zichtbaar hebben in een maandgrafiek-op-lijn, moeten we aannemen dat we met een eerste impuls te maken hebben, omhoog of omlaag, en als die eerste impuls er staat, mogen we aannemen dat de trend voor een langere termijn bepaald is, en dat bewegingen tegen die betreffende trendrichting in, countertrends zijn.

DE ANALYSE VANAF 1987

Ook als we op deze manier kijken, is het nog steeds niet altijd duidelijk genoeg. Zo is in de daling vanaf 1989 naar 1990 met enige goede wil de mogelijkheid aanwezig om een impulsachtige structuur neerwaarts te onderscheiden.
Ik maak nog de opmerking dat ik weiger om Elliotwave-structuren helemaal te doorgronden: met Elliottwave kun je te veel kanten op. Om op voorhand Elliottisten meteen op afstand te houden: ik noem niet voor niets een structuur 'impuls-achtig' en dus niet 'impulsief'. Ik hanteer geen Elliottwave, maar alleen de observatie van de duidelijk zichtbare drie fases binnen een trend.

Maar de daling vanaf 1989 was relatief zwak - een eerste aanwijzing dat de trend vanaf de crashbodem al stijgend was, en dat dit slechts het begin was van een grotere stijging.

Na dit twijfelgeval is er tot de daling vanaf 2000 nergens meer een mogelijkheid om drie fases te herkennen in een daling, ergo bleef de trend opwaarts. Pas in de zomer van 2001 werd de trend voor de lange termijn, objectief en volgens deze methodiek onloochenbaar neerwaarts. Uiteraard volgt meteen na de nine-eleven-paniekbodem, een forse countertrend opwaarts, omdat beleggers nooit iets eenvoudig moeten kunnen herkennen. Er moeten voldoende marktpartijen op het verkeerde been gezet worden.
Deze opwaartse fase was een goede kans om de aandelenbelangen af te bouwen.

Vervolgens werd in de loop van 2003 duidelijk dat er een derde opwaartse fase te zien was in de grafiek. De countertrend van 2004 gaf geen mogelijkheid om 3 neerwaartse fases te herkennen, en vanaf 2005 was de trend vervolgens zonder enige twijfel opwaarts.

In 2008 was de Kerviel-crash in januari eigenlijk objectief met deze methodiek nog steeds geen zekerheid dat de opwaartse trend werkelijk gebroken was. Pas in de zomer van 2008, met een koers van 399 eind juli 2008, was duidelijk dat het nu om een dalende lange-termijn trend ging.

DE HUIDIGE SITUATIE

Hoe ging vervolgens verder? Van 399 ging het naar 194,99 als laagste bodem in maart 2009.
Het bijzondere en extra lastige was vervolgens, dat deze bodem een lagere bodem was in wat achteraf aangewezen kon worden als een cyclus van zes jaar. Een lagere bodem kan vooruitwijzen naar een lagere top voor de volgende cyclus. Maar tevens moeten we blijven vasthouden aan de analyse van 'impulsachtige' structuren.

Welnu, toen in december 2009 335,33 als slotstand op de borden kwam, leek dat zeer sterk op een derde trendfase.
Helemaal zeker dat er een derde trendfase omhoog was ontstaan, konden we zijn bij de stijging in 2011 boven 358 uit, naar een top van tot nu toe 374.

Als we deze objectieve analyse dus als leidraad nemen, zien we iets interessants: de daling vanaf 374 is voorlopig een countertrend. Alleen als we de lagere bodem in 2009 als leidraad nemen, en uiteraard moet daar rekening mee worden gehouden, kunnen we vaststellen dat de hele stijging 2009 - 2011 een countertrend was, waarbij de AEX dus één omvangrijke stijgingsfase stelt tegenover de daling vanaf 2007.

Ik ben persoonlijk een lange-termijn-bear en geen bull, op basis van een analyse van de laatste eeuwen, maar toch wil ik in deze analyse volledig objectief blijven. En als ik objectief kijk, dan zie ik in de daling vanaf februari geen enkele tekening. Een recordaantal maanden heeft de AEX een daling laten zien, zonder een enkel herstel, en dat is ongekend, zoals u simpel kunt controleren.

Als we eraan vasthouden dat een dalende trend er pas een is, wanneer we duidelijk de trendfases kunnen herkennen en kunnen vaststellen dat er een derde neerwaarste trendfase te zien is, is de trend onloochenbaar voor de lange termijn neerwaarts.

CONCLUSIE

De conclusie is helaas dat zo lang de beurs op maandbasis niet stijgt, we geen uitspraak kunnen doen erover of de lange termijn trend alweer neerwaarts is. Die kan heel goed nog steeds opwaarts blijken te zijn.

Die conclusie is vrij bizar, omdat juist de almaar doorgaande daling een teken ervan kan zijn dat we ons in een vernietigende daling bevinden, een vernietigende daling die ik verwacht op basis vanhet ultralange termijn patroon.

Maar je moet objectief zijn, en dus blijft de conclusie dat er nog geen goed bewijs is van een terugkeer naar een dalende lange termijn trend. Er moeten zich op maandbasis stijgingen gaan voordoen, vóórdat er uitspraken mogelijk worden.

DE VOORUITZICHTEN VOOR DE WEEK

De komende week gaan we een nieuwe beursmaand zien, de bekende 'back-in-september' maand. U ziet dat de maand augustus een grote neerwaartse doorbraak door de trendvolgende berekening te zien gaf. Het is niet ongebruikelijk dat wanneer dit zo scherp gebeurt, de beurs terugveert naar de berekende grenzen, om die opnieuw te testen.

De opwaartse beweging vanaf de augustus-bodem ziet er niet trendmatig uit, dus uiteindelijk verwacht ik nog lagere lows voor de AEX op termijn. Maar op weekslotbasis is het herstel nog steeds zo mager geweest, dat ik daar iets meer van verwacht. Ik ben dus opnieuw licht positief voor de week.

Weest u voorzichtig op de markt, veel succes met uw beleggingen, en

Happy trading,
Ruud

zie ook www.beursplaza.com