De beurskoers van Brunel (12. 11. 2007)

Wat ik u laat zien is een maandgrafiek van Brunel van de afgelopen 10 jaar. Brunel werd in Amsterdam op de beurs geïntroduceerd aan het eind van de roaring nineties, de tijd van de dotcom-bubble en de ‘nieuwe economie’. Beleggers die in mei 1999 inschreven op de stukken hebben daar echter geen plezier van gehad. Het geld in een oude sok was een beter idee geweest. Kon een investeerder dat op dat moment weten? Eigenlijk wel. Ik heb zelf jaren op de cycli in de financiële markten gestudeerd en zowel voor de korte als de lange termijn een speculatiesysteem ontworpen dat koersdoelen zowel als tijdsprojecties maakt. Mijn methodiek liet in 1999 zien dat het investeringsklimaat gevaarlijk was geworden. Er waren echter nog geen concrete ‘verkoopsignalen’ op de markt. In september 1999 daalde het aandeel Brunel echter op maandbasis zó sterk dat het in mijn methodiek een verkoopsignaal kreeg.

Deze daling van september 1999 is zéér interessant, conjunctureel gezien. Zoals u wellicht weet kijken beursvolgers naar de uitzendsector als voorloper voor de gehele economie. Lang vóór de daling op de beurzen eind 2000 begon was er de indicatie dat het klimaat voor aandelen zou verslechteren, en dat er dus een conjuncturele neergang dreigde.

We kunnen nu jaren overslaan. Brunel was geen interessante investering meer in 2000, 2001 en 2002. Het aandeel had boven de € 20,00 genoteerd, maar daalde in 2003 tot onder de € 3,00 per stuk. Hoe konden we nu weten, in 2003, dat het interessant werd om weer in Brunel te gaan beleggen? Met de methodiek die ik hanteer was er eind september 2002, precies op de maand die de bodem voor dat jaar maakt, een eerste speculatief koopsignaal. U weet dat u bij investeren altijd voorop moet lopen. Als niemand de kans ziet, is die het grootst. Of in andere woorden: inkopen moet goedkoop. Daarvoor moet een grafiek echter al specifieke kenmerken vertonen die samenhangen met een betrouwbaar bodemvormingsproces. We kopen nooit, nooit, nooit aandelen die in een snelle daling zich bevinden. De kans is dan erg klein dat we voor bodemprijzen inkopen. De daling zal doorgaans verder gaan. Bovendien kan een bedrijf ook failliet gaan. U ziet in de Brunel-grafiek dat het aandeel, voor het koopwaardig wordt, stabiliseert en niet meer hard daalt. Uiteraard geef ik mijn techniek niet weg, maar deze relatieve stabiliteit op een laag niveau is onderdeel van het weer interessant worden van het aandeel.

U ziet in de grafiek de exacte waarde bij de volgens mijn systeem eerst mogelijke speculatieve aankoop van dit aandeel: € 2,55 moest u toen betalen. De maanden erna stijgt Brunel inderdaad wat, maar pas in juli 2003 komt het definitieve en onweerlegbare koopsignaal.  En daarmee ook het signaal dat de economie weer zou gaan aantrekken in de toekomst.

Op 1 augustus 2003 mocht Brunel dus aangekocht worden voor € 3,62. Vervolgens deed de economische cyclus zijn werk. De business van Brunel begon weer te draaien. Het verkoopsignaal trad op in mei 2006. Op 1 juni 2006 moest afscheid genomen worden van de stukken. De prijs lag op 27 Euro. De investering was 9 keer over de kop gegaan. En sindsdien? Sindsdien moest Brunel op de beurs gemeden worden. Als u althans geen geld wilde verliezen. Momenteel is er nog geen indicatie dat dit aandeel weer een interessante investering kan worden.

Over een maand zal ik op deze plaats ingaan op de lange grafiek van Randstad en wat die vertelt. Ik zal ook ingaan op de korte termijn vooruitzichten voor deze grote speler in de uitzendsector, en of nu al als ‘kredietcrisis’ bekend staande turbulentie op de financiële markten iets met de uitzenders van doen heeft.

Ruud van Megen

 

Pagina 350 van totaal 350 paginas ‹ First  < 348 349 350